maandag 29 april 2013

pils, voetbal en het Molletje

We zijn de sporen het degradatiespook naar Tsjechië gevolgd, waar het deze zaterdag neerstrijkt in de middelgrote stad Teplice. In het stadion waar de nationale ploeg haar thuiswedstrijden voor een uitzinnige aanhang pleegt af te werken, resideert ook de stedelijke voetbaltrots FK. Tegen de gasten uit Budějovice gaat het om niets minder dan een rechtstreeks degradatie-duel in de kelder van de hoogste klasse. Van opgefoktheid of spanning is ondanks de penibele situatie van de thuisclub niets te merken in de weliswaar totaal vervallen, maar overigens zeer gemoedelijk gestemde omgeving van het stadion. Aanwezige agenten staan ontspannen te kletsen in de zon. Voor omgerekend een krappe vier euro mogen we gaan zitten waar we maar willen. Ruimhartig is ook het aanbod van kraampjes met lekker chemische braadworsten en natuurlijk overal bier: Tsjechië is immers de bakermat van het pilsner, en in het wegtikken ervan is het volkje ook al heel bedreven. Oostblokdeskundige Dirk doceert dat wereldwijd per hoofd van de bevolking nergens meer bier wordt verzwolgen dan hier in Tsjechië. Het land wordt er bij ons op slag nóg sympathieker op. Ondanks het gewicht van de wedstrijd, en de druk die dat ongetwijfeld met zich meebrengt, zien we een aantrekkelijke pot voetbal van twee vaardige teams, die niet zouden misstaan in de middenmoot van onze eigen Eredivisie. We bekijken het met smaak, gezeten tussen de harde kern van FK Teplice, die uit een roedel jonge honden plus hun vriendinnetjes bestaat. Als toegewijd slagwerker kruip ik dicht achter het dienstdoend trommelduo Bolle Jan en Bleke Bert, dat voorgaat in de veelvuldige en extatische samenzang om ons heen. Bolle Jan en Bleke Bert krijgen aldoor biertjes aangereikt door zorgzame vrouwtjes - ze mochten eens dorst krijgen van al dat geroffel. Bolle Jan en Bleke Bert hebben heel veel dorst en zijn ook dol op sigaretjes, zo blijkt al ras. Slaven van genot, die de fans terugbetalen met strak ritme-werk waarvan ik jeuk aan mijn handen krijg. Ik pas mij naadloos aan en galm de strijdkreten van Teplice uit volle borst mee: trefzeker, toonvast en in regionaal gangbare tongval. (Ja, of ik nu bij Sparta zit, waar ik Peter ooit verbijsterde door de Sparta Marsch van de eerste tot en met de laatste zin foutloos mee te zongen, bij FC Dender, of bij Sportfreunde Siegen: ik geef me gewillig over aan de zeden en behoeften der plaatselijke club. In ieder stadje een ander schatje. "Wat ben ik toch een hoer!" zou mijn grote vriend Gerard Joling uitroepen.) Mascotte Jane is niet minder goed op dreef: zij draaft langs de lijn, geeft high fives bij de dug-out, plaagt de stadionspeakers die op de middenstip in de rust wat serieus probeert mede te delen, en duikt op allerlei plekken op de tribunes op. Daarbij wordt de harde kern uiteraard niet vergeten. Als wij na afloop gelukzalig door de verlaten binnenstad van Teplice kuieren, op zoek naar bier en vertier, valt mijn oog op het het uit dit land stammende, lieve tekenfilm-icoon Molletje. Ook hij is dol op voetbal, stel ik glimmend vast. ****** FK Teplice - SK Dynamo České Budějovice, 13 april 2013: 4-0 (2-0), Gambrinus Liga. Toeschouwers: 3.115. ****** Foto´s: Jane, de energieke mascotte van Teplice, duikt overal in het stadion op - ook pal achter ons * gereedschap van Bolle Jan en Bleke Bert* het befaamde Molletje prijst een Nederlands voetbalmagazine aan - alle foto´s: Rißmann

helemaal gek van Union

Lang hadden we uitgekeken naar het weerzien met Union. De cultclub uit de voormalige DDR heeft al vele jaren geleden ons hart gestolen met haar ongewoon diepe afkeer van commercie, de puurheid en overgave van haar fans, haar houten scorebordhuisje waar met uitgefiguurzaagde cijfers de stand wordt bijgehouden, haar ontroerende clublied van Nina Hagen - kortom een sfeer waaraan je je ook met min tien graden nog heerlijk kunt warmen.
Onze vriend en trots oud-Ossi Dirk heeft de kaartjes voor vandaag geregeld, en daar heeft hij heel vlot voor moeten toeslaan want het gaat hier wel om de beladen en klassieke Ost-derby tegen het Bundesweit meer gevreesde dan gerespecteerde Dynamo Dresden.
We kloppen van opwinding als de Alte Försterei volstroomt en ik huiver als ik voel dat mijn ogen leegstromen wanneer de ijzingwekkende clubhymne van Frau Hagen door het stadion schalt, en ik met duizenden andere gelovigen regel voor regel meebrul: "Wer lässt sich nicht vom Westen kaufen? Eisern Union! Eisern Union!" Ook de geelzwarte fans laten zich gelden: zij vieren vandaag de 60e verjaardag van hun club en gedragen zich ter gelegenheid hiervan nu eens niet wild en agressief, maar juist uitermate gezellig en vrolijk, als betreft het een kinderpartijtje voor een 6e verjaardag.
Alle smakelijke randverschijnselen ten spijt, heeft de thuisclub er op het veld vervolgens geen enkele zin in. Uitgespeeld in de competitie (promotie noch degradatie is een thema) legt Union zich al snel neer bij de vasthoudende verdedigende weerkracht van de met degradatie bedreigde brigade uit Dresden. In de hele wedstrijd valt welgeteld één kans te noteren: een weinig gevaarlijk kopballetje van Dynamo op het Berlijnse doel.
Het ware vermaak komt vandaag van een trosje geestelijk gehandicapten, dat onder escorte van enkele begeleiders annex fans hun gezamenljke favoriete club komt aanmoedigen. Ze staan direct voor mij, in het looppad voor de staantribune waar ik ben geposteerd. De drie begeleiders gaan helemaal op in het spel, maar worden hierin telkens gestoord door één van de gekkies, onder meer behept met ADHD-trekjes, die doorlopend op schouders tikt en om aandacht vraagt voor tal van belangwekkende kwesties. Zo wijst hij, al zwaaiend met zijn broodje Bratwurst, op zojuist gemaakte ketchupvlekken in zijn beige broek. Hij lacht zich hierbij een hoedje. Hij biedt slokjes bier en verse sigaretten aan. Vertelt een mop. Is onthutst over iets of iemand. Ook zijn mede-gekkies valt hij aanhoudend lastig. Sommigen ergert dat, anderen gaan er enthousiast in mee. Er wordt gelachen, een wegwerpgebaar gemaakt, omhelsd. Gedanst, als de 0-0 eindstand een feit is. Vol vreugde en geestdrift. Het lijkt potdomme de harde kern achter het doel wel.
Maar de echte harde kern is boos op haar luie ploeg en jouwt haar elf uit.
Nee, dan liever dat uitgelaten feestje vlak voor mijn neus. De harde kern kan nog wat van deze gekkies leren.
******
1. FC Union Berlin - SG Dynamo Dresden, 12 april 2013: 0-0, 2. Bundesliga. Toeschouwers: 21.244.
******
(Foto: Rißmann)

dinsdag 23 april 2013

Vertrokken

In een zonovergoten Goffert was het de dag van de vroege vertrekkers, en van een enkel raadsel. Eerst over die vroege vertrekkers. Om te beginnen lijkt de complete ploeg van NEC al geruime tijd met zomervakantie te zijn vertrokken. Lusteloos en afwezig schuift rood, zwart en groen de leren kogel over de grasmat. Of over de zijlijn. Het deert niet. Wordt het Mallorca of Madeira deze zomer - dát is de problematiek die in elf NEC-hoofden dobbert. Of de duvel ermee speelt: als ik naar NEC kom kijken, druipt de landerigheid er nagenoeg altijd vanaf bij de spelers. Tegen de ´grotere´ clubs zie ik ze thuis in de regel bedeesd en niet zelden met forse cijfers verliezen, en tegen de kleiner geachte tegenstanders lijkt de motivatie voor een lekker potje voetbal vrijwel niet op te brengen door het team. Nou, tel uit je winst. Gelukkig is de PEC-selectie duidelijk wél met het goede been uit bed gestapt: blauw-wit dribbelt opgewekt over het veld, uitstralend dat ze zich enorm verheugd hebben op NEC-uit. Ik ben er zeker van dat de busreis van Zwolle naar Nijmegen in luide samenzang is doorgebracht, terwijl koffie en gevulde koeken van hand tot hand gingen. Alle gelegenheid vandaag dus weer voor mij om, niet afgeleid door opwindende acties van de lokale helden, helemaal op te gaan in randzaken. Randzaken, o ja - over vroege vertrekkers had ik het. Naast de voltallige elf van NEC, in geestelijke zin compleet vetrokken, is ook de onverzettelijke Zwolle-goalie Diederik Boer vroeg exit. Bij een vlerkerige actie in zijn doelmond, waarbij hij swingend een NEC-aanvaller uitkapt, verdraait Boer de boel, en moet hij eruit. Keeperswissel - altijd een bijzonder moment. Ook vroeg op pad naar moeder de vrouw: de mij bekende fotograaf Peter Lous, die voor mijn vak Z en vlak naast het doel aldaar dromerig wat heeft zitten staren en knipsen, maar het na 80 minuten ineens welletjes vindt. Hij pakt zijn boeltje fluks in, wuift vaagjes naar een paar collega-fotografen en spoedt zich dan naar taart en koffie thuis. Hij mist daardoor de beslissende 1-3 van Zwolle, die zich vlak voor zijn verlaten stekje op oogverblindende wijze voltrekt. En ook de NEC-fans vertrekken weer vroeg vandaag. In antwoord op genoemde 1-3, met nog vijf minuten regulier plus blessuretijd (zes minuten!) te gaan, glijdt een dikke sliert knorrige nuilers rap de vakken uit. De Goffert lijkt vandaag wel één grote vertrekhal. En dan dat raadsel. Coach Alex Pastoor grijpt in de tweede helft naar het aloude dreigende middel van het collectief warm laten lopen door de reserve-spelers. Daarbij blijft volgens ongeschreven wet normaal gesproken de doelman in de dugout zitten, omdat deze collectieve waarschuwing normaal gesproken falende veldspelers moet opjutten. Maar vandaag begint ook doelman Khalid Sinouh aan een warming-up. Het lijkt me hartstikke leuk als Sinouh wat speelminuten krijgt, daar niet van, maar afgezien van ongelukkig gedrag in de zestien bij de 0-2 van Fred Benson valt eerste keus Gábor Babos nu echt niet zo veel te verwijten. Daarmee is het mij een raadsel wat Pastoor beoogt met het uit de dugout zenden van Sinouh. Wil hij Babos tarten? Of juist Sinouh een beetje voor joker zetten? Of gaat het om iets anders? Vette toestanden? Spijkers op laag water? Hmm. Vertrek ik toch nog peinzend naar huis. Buiten wurm ik mij door de chagrijnige meute heen. Het is bewolkt geworden. Via de speakers treurt stadsbard Frank Boeijen: "Zeg me dat het niet zo is". ****** NEC - PEC Zwolle, 21 april 2013: 1-3 (0-2), Eredivisie. Toeschouwers: 11.586. (Foto´s: nuilende NEC-fans verlaten vroegtijdig de tribunes; fotograaf Peter Lous bovenop het nieuws - foto´s van Rißmann)

dinsdag 9 april 2013

Domstadt-Wochenende (2)

Het is en blijft wonderlijk dat de grootste voetbaltrots van Keulen, de FC, ook in de 2e Bundesliga voor de ene volle hut na de andere blijft zorgen. Ook tegen het onaanzienlijke Jahn Regensburg, dat al bijna zo goed als gedegradeerd is, blijkt het vandaag weer nagenoeg ausverkauft. Dat de FC, ondanks een moeizame seizoenstart na de degradatie, stilaan is opgeklommen richting de 3e stek, de zogeheten Relegationsplatz die in mei recht geeft op beslissingsduels voor promotie/degradatie met de nummer 16 van de hoogste klasse, helpt daar misschien wel een klein handje bij. Maar ook zonder dit soort prikkel, dat in de Nederlandse traditie al snel zorgt voor hordes tijdelijke extra fans die alleen maar in succestijden onder hun steen vandaan komen gekropen, komt de Keulse liefhebber opvallend trouw naar zijn cluppie kijken. In deze even liederlijke als trotse stad hoort de FC namelijk bij de vanzelfsprekende intense band die de mensen ook hebben met de stedelijke dom, het carnaval, en met het lichte, heerlijk frisse Kölsch-pilsener. Blijmoedig chauvinisme is de norm in Keulen. Geen wonder is het dan ook, dat iedere zichzelf respecterende Keulse topband ooit wel eens een innig loflied op de FC heeft opgenomen. De totale overgave aan ups en downs van de FC betekent overigens nog niet dat de Keulse supporters alles maar goed vinden wat er op het veld gebeurt. De fans blijven weliswaar onvoorwaardelijk komen, zowel in goede als in slechte tijden, maar zijn wel vast van oordeel dat hun sleeping giant, de 1. FC Köln, altijd top hoort te presteren en met hoge cijfers winnen moet. In die zin lijkt het allemaal precies op wat we kennen van FC Utrecht, in die andere domstad waar de aanhang nimmer moe wordt om boe te roepen naar de eigen helden als die niet ruim genoeg afstand nemen van ploegen waar in het hartsie vân 't lând op wordt neergekeken - we praten dan over ongeveer 15 van de 17 tegenstanders in de Eredivisie. Anders dan in Utrecht is de sfeer rondom de wedstrijd in Keulen er heel duidelijk eentje van een dagje uit voor het hele gezin. Springkussens, showtjes van cheerlealders (waar ik zwager Martin maar moeilijk van los kan weken), vreettentjes en bierkramen, balletje-trap met herinneringsfoto, overal sponsors die geschenkjes uitdelen - het is compleet kermis rondom het stadion. De lokale Sparkasse deelt vanwege Pasen guitige haasoortjes uit, waarmee je een "bijzondere prijs" kunt winnen als je zo mal bent om ze de hele wedstrijd op te houden, en een camera je uit de oortjesmassa pikt. Bulderend van de lach maar ondertussen toch heel gedwee doen zelfs de meest gestaalde hardliners de kartonnen oren op - ook boven dikke bierbuiken in spijkerjack-met-opnaaiemblemen, en ook boven vervaarlijke ZZ Top-baarden met boze zonnebrillen, zie ik de oren van de Paashaas overal om me heen. De wereld wordt er werkelijk een beetje zachter van - maar zelf kijk ik natuurlijk wel link uit om zo voor schut te gaan lopen, ver buiten het carnavalsseizoen. In het vak waar Martin en ik zitten, stikt het van het gezinnetjes en wemelt het dan ook van de kinderen. Zelfs grut in de volstrekt onmachtige leeftijdscategorieën wordt meegesleept naar de FC, en bekommerd zien wij een leuk blond moedertje in de weer met drie voor stadionsbezoek veel te prille ukkies, die het na vijf minuten allemaal wel al gezien hebben. Het kroost wordt uitermate ongedurig. Ook oma moet er al snel aan te pas komen om voor aanvullend vermaak te zorgen, en na nog geen half uur gaat puk nummer één onder zeil, gedrapeerd over twee kuipstoetjes met een dikke das onder zijn koppie. Het is een wat onwezenlijke sfeer, in zo'n Kindergarten-vak, maar gelukkig zitten er achter ons twee wat meer serieus betrokken fans, die onophoudelijk de spelers van hun favoriete elftal uitschelden, afkammen, en van woedend gebrulde aanwijzingen voorzien - van een eenvoud en pieterheid waar u en ik van z'n levensdagen niet op zouden zijn gekomen. Zo blijft het toch nog een beetje écht voetbal, hier in deze familie-tempel in de domstad aan de Rijn. ****** 1. FC Köln - SSV Jahn Regensburg, 31 maart 2013: 2-1 (1-0), 2. Bundesliga. Toeschouwers: 45.600. ****** (Foto`s: zwager Martin in Paashaas-extase voor het stadion; hoog niveau bij de Keulse cheerleaders; uitgeputte peuter wordt te slapen gelegd op twee stoeltjes - foto`s van Rißmann)

Domstadt-Wochenende (1)

Door een werkelijk geheel toevallige samenloop van omstandigheden (waarvan onze echtgenotes niets geloven) beschikten mijn zwager Martin en ik plotsklaps samen over kaartjes voor wedstrijden in Utrecht en Köln, daags na elkaar in één weekend. We doopten dit Paasweekend om tot Domstadt-Wochenende, vanwege de domstedelijke status van Utrecht en Köln, en snorden op zaterdag voor de eerste helft daarvan naar mijn geboortestad. Ik vind lichtwedstrijden in de Galgenwaard altijd het mooist, hoewel de club en haar trouwste supporters toch het meest hechten aan de traditionele zondag als speeldag. Voor mij, hopeloos nostalgisch aangelegde romanticus, straalt de betonnen Utrechtse stadionklomp in het avonddonker een troost en warmte uit die mij vervult met het zoete besef dat ik hier geboren ben, en zoveel mooie herinneringen aan deze grond heb bewaard. We parkeren op mijn aanwijzingen aan de Koningslaan, pal voor nummer 110, waar ik rond de eeuwwisseling heel chique woonde - uitzicht op het voorname Wilhelminapark, en ingeklemd tussen vooraanstaande buren als oud-burgemeester mevrouw Vos en media-icoon Pia Dijkstra. Hier vlakbij had ik ooit een fotosessie met Paper Moon, aan de vooravond van mijn bescheiden doorbraak als semi-professioneel rockdrummer. En hier ook zoende ik voor het eerst met mijn knappe, half-Indische vriendinnetje Monique. Op slechts een steenworp afstand van het park ben ik bovendien geboren, in een hospitaal dat tegenwoordig dienst doet als appartenmentencomplex. De snijdende Paaskou laat me koud - ik ga helemaal op in mijn hartsmeltende persoonlijke geschiedenis in deze stad. De Galgenwaard ligt net aan de rand van een aantal volkswijken, waardoor het voor veel fans goed te doen is om simpelweg te voet naar het voetbal te kuieren. Bij het naderen van stadion wordt de stroom van roodwitte volgelingen, die uit alle straten en richtingen komt aangedromd, dan ook alsmaar dikker - ook een beeld van vroeger, toen dat bij vrijwel alle stadions zo ging, en het nog niet usance was om voetbaltempels neer te kwakken buiten de stadsgrenzen, op een liefdeloos industrieterrein of midden in de pampa. We passeren de snackbar die zich officeel dé fancafetaria van FC Utrecht mag noemen, met nog altijd de goedlachse blonde Roxette-lookalike achter de toonbank, en waar ik ooit eens aan de beurt was met de opgave van mijn snackwensen, juist nadat Jan van Halst er zijn patatjes had besteld. Dan buigen we, aan het einde van de Adriaen van Ostadelaan, de bocht om en zien lichtjes van de Utregse burcht in de sombere hemel fonkelen en twinkelen. Het belooft een schitterende avond te worden. ****** FC Utrecht - VVV-Venlo, 30 maart 2013: 2-1 (2-1), Eredivisie. Toeschouwers: 19.245. ****** (Foto: Rißmann)

zondag 7 april 2013

2012-2013: een mager voetbalplaatjesseizoen

Nu het voetbalseizoen 2012-2013 op de Europese velden overal ontknopingen nadert, kan als eerste de balans opgemaakt worden voor de voetbalplaatjesalbums die mij door dit seizoen heen hebben begeleid. Het was niet veel, vrienden en vriendinnen, maar: uit een goed hart. Alleen de albums van de Bundesliga (van Topps) en de Champions League (Panini) heb ik dit keer gespaard. Het zijn alleraardigste boekwerkjes. Op het eerste gezicht zonder veel verschillen met vorig seizoen, maar voor de fijnproevers zijn er toch wel trends zichtbaar die ik u als geïnteresseerd lezer van dit blog toch niet wil onthouden. Topps heeft dit seizoen voor de vierde maal in successie het traditionele Duitse Bundesliga-stickeralbum uitgegeven, dat in de jaren daarvoor altijd van Panini kwam - zoals we dat in Nederland ook lang gewend waren sinds 1977, toen Panini de strijd aanbond met voetbalplaatjesuitgever Vanderhout - een strijd die Vanderhout in 1982 helaas definitief moest opgeven. Sterker dan Panini focust Topps zich primair op kinderen met reclames voor haar voetbaluitgaven, wat enigszins merkwaardig is als je nagaat juist ook vele duizenden volwassen kerels verwoede plakkers zijn, die druk plaatjes zoeken en aanbieden op de diverse speciale ruilsites die internet rijk is - naast de vele moeders die hier voor hun kids op speur zijn naar nog missende prentjes. Net als Panini kent ook Topps naast de geijkte stickerplaatjes de variant van de spel/verzamelkaarten, de zogeheten Topps Match Attax-cards. Als klassiek plaatjesaanhanger haal ik hiervoor minachtend mijn neus op, maar die rare cards zijn intussen wel dermate populair, dat zij al een release krijgen bij het begin van het seizoen, en de voetbalstickertjes pas na de jaarswisseling verschijnen - als de markt voor die modernistische cards al danig is ingekakt. Toch zijn ook de gewone stickerplaatjes van Topps van de Bundesliga nog altijd een groot succes, en het is via digitale wegen dan ook makkelijk en vlot ruilen geblazen met de vele Duitse spaarders, naast overigens toch ook nog aardig wat Oostenrijkse liefhebbers van het Duitse topvoetbal. In het album zelf is sprake van de bekende opsomming van kernspelers: beginnend bij de doelman, dan de defensie en het middenrif, om af te sluiten met de voortwaartsen. De spelers worden niet vanaf de borst geportretteerd, zoals Panini dat vele jaren steevast heeft gedaan, maar vanaf pakweg de navel. Dat geeft voldoende ruimte, vast niet toevallig, om de shirtsponsor niet te missen duidelijk in het beeld mee te nemen. Helaas worden de trainers niet afgebeeld (iets wat Panini vroeger terecht als goede gewoonte had), zodat markante oefenmeesters als bijvoorbeeld de charismatische Jürgen Klopp, de bezonken Dieter Hecking en de explosieve Christian Streich deerlijk ontbreken. Een ander minpunt is de keuze om per club slechts één doelman op te nemen in de albumselectie. Dat vind ik niet alleen jammer omdat ik een groot liefhebber ben van keepers - ook wordt er tegenwoordig duchtig gewisseld en soms ook geroteerd in de diverse Bundesliga-doelen. Zo streden in Hoffenheim en auf Schalke niet minder dan drie doelwachters om de stek in de basis, en woedt in Mainz al seizoenen lang een felle concurrentie-strijd tussen de heertjes Müller en Wetklo. Helaas heeft alleen Christian Wetklo namens Mainz het album gehaald, en als enorm fan van Timo Hildebrand ben ik opgelucht dat hij ook bij Topps de slag heeft gewonnen van zijn toch ook niet misselijke Schalke-collega's Fährmann en Unnerstall. Voor het overige is het een fijn strak geheel van prentjes, maar wat er dan allemaal aan zogenaamde informatie bij die plaatjes staat... alleen maar statistiekjes over vorig seizoen, en dat op een aantal onderdelen: het aantal passes, schoten, assists, wedstrijden en doelpunten - voor de keepers het aantal reddingen, clean sheets, wedstrijden en tegendoelpunten. Verder niets - geen geboortedatum, geen persoonlijke profhistorie... de moderne fascinatie voor statistieken, die volgens mij lang niet altijd alles zeggen, en de heiligverklaring daarvan nemen in Duistland helaas hand over hand toe - deze nare Amerikaanse ziekte slaat dus over in onze richting..! Ik erger me dood aan de steeds mallere statistische feitjes waarmee Duitse voetbalcommentatoren je zonder oponthouden op de oren slaan - maar daarover een andere keer meer. Topps verrast nog wel positief met een aantal actie-plaatjes van beroemde Bundesliga-doelpunten uit de afgelopen vijftig jaar. Het zijn weliswaar weinig onthullende, soms zelfs vage beelden, maar deze kleine hommage aan vroeger (toen alles beter was) neemt me toch zeer in voor de redactie van Topps. Dat in deze nostalgische mini-parade ook een heel ongelukkig moment van mijn Cottbusser Torwart-held Tomislav Piplica is meegenomen (via zijn achterhoofd slaat de bal in het doel), vormt hierbij de spreekwoordelijke kers op de taart. Panini beeldt in haar fraaie Champions League-album de spelers af op prentjes die niet in de lengte, maar in de breedte zijn vormgegeven. Vorig jaar kwam Panini voor het eerst met deze aardige noviteit, die gepaard ging aan het ontbreken van namen van de spelers in het kale album. Een stilistische breuk met het verleden van heb-ik-jou-daar, en het went maar niet: bij het inplakken kan ik me nu alleen oriënteren op het volgnummer van het plaatje - de naam van de speler als extra bevestiging dat je goed zit met plakken, is nu foetsie. Spijtig genoeg doet Panini ook al heel lang niet meer aan trainers in dit type album, en ook hier blijft het aantal doelmannen per vereniging steken op de schamele 1 - het zo onlosmakelijk aan keepers verbonden nummer. Op de plaatjes is een hele zut info en logootjes meegenomen - het is rijkerlijker dan wat we bij Topps wijs worden van onue voetbalhelden, maar ook hier ben ik niet echt tevreden. Wat vooral ontbreekt, is een beetje luchtig-journalistiek beschreven achtergrond-info van de spelers. Vroeger was dat, in ieder geval in Nederlandse edities van Vanderhout, de aangename standaard. Maar in de beeldcultuur van vandaag de dag doet tekst er blijkbaar steeds minder toe. We doen het heden ten dage dan maar met de pure prentjes, en die staan er weer verdraaid lekker op in dit pico bello album van Panini. Een meevaller trouwens, dat Panini het dit jaar weer aangedurfd heeft met de stickerversie van de Champions League uit te komen in Nederland, want er lijken door de jaren heen steeds minder smulpapen in extase te raken van deze schitterende jaarlijkse traditie: ook dit keer was het rondom dit album akelig rustig op de Nederlandse ruilsites. Niettegenstaande mijn fijnslijperig gemopper links en rechts, ben ik natuurlijk hartstikke blij met Panini en Topps en hun uitgaven van de Bundesliga en Champions League, want van Nederland en de Eredivisie moeten we het al jaren niet meer hebben als toegewijde plaatjesvrienden. De KNVB heeft de rechten al lang geleden afgepakt van Panini, en gunt de ene na de andere dwaze supermarkt de eer om er wat leuks mee te doen - wat leidt tot ieder jaar iets anders kinderachtigs, compleet afgestemd op kleine kindjes, die kennelijk als de werkelijke bepalers worden gezien als het gaat om wat moeders inkoopt. Steeds weer een ander marketingbureau voor steeds weer een nieuwe supermarkt meent geheel origineel en vernieuwend uit de hoek te moeten komen, en zo hebben we de afgelopen seizoenen puzzelstukjes, pop-ups en dit jaar rare kaartspelkaarten voorbij zien trekken. Gewoon fijn klassiek voetbalplaatjes verspreiden, iets waar ook kinderen écht wel voor gaan, dat is kennelijk niet creatief genoeg. En zo kijkt de Nederlandse liefhebber weiterhin dorstig de grens over, en verlangend de zomer tegemoet - want wie weet, wie weet gebeurt er iets moois rond het dames-EK dat in juli loos gaat... ****** (afbeeldingen: Timo Hildebrand, dit seizoen afgebeeld door Topps en Panini)