zaterdag 30 november 2013

Eeuwige roem ligt aan de overkant

Na anderhalf jaar en drie mislukte pogingen om samen de 1. FC Kleve te bezoeken - afgelasting, familie-besognes en ziekjes gooiden afwisselend roet in het eten - is het Tertius en mij nu dan toch eindelijk gelukt.
Strak een uur voor de wedstrijd zet Ute mij af op de nagenoeg lege parkeerplaats aan de Stadionstraße. Niets wijst in dit verstilde stukje goudkust van Kleve op een forse toestroom van voetbalfans. Utes Seat rolt de Stadionstraße uit, ik trek mijn capuchon over de kop en begin mijn weg te zoeken naar de lichtmasten van de Volkspark Arena, die hoog boven de huizen van dit wijkje uittorenen.
De huizen van dit heuvelachtige terrein staan zo ongeveer tegen het stadion aangebouwd. Zo kom ik telkens vlak aan de heilige grond voorbij, maar overal stuit ik op gesloten hekken en poorten. Pas na een lange tocht, waarbij ik heuvel op en af ga, bereik ik een parkeerterrein aan de geheel andere kant van het stadion. Daar is volstrekt niets loos, althans wanneer ik naar rechts kijk, waar het stadion ligt. Aan mijn linkerzijde is wat meer leven in de brouwerij - zij het met name bóven de grond, want hier ligt een kerkhof waarvoor een drietal auto`s geparkeerd staat, wat erop wijst dat binnen een handjevol mensen mijmert of treurt om verloren geliefden.
Dan zie ik Tertius in soepele stijl aan komen benen. Kloeke pas bergop.
De begroeting is hartelijk. We hebben elkaar lang niet gezien, en zijn beide blij dat het er eindelijk weer eens van komt.
Vol verwachting snellen wij naar de kassa, waarin al evenmin leven huist als in de honderden graven aan de overzijde.
Dan maar steels het stadion in sluipen, besluiten wij, als wij zien dat een toegangshek een metertje open staat. We kunnen tot onze stomme verbazing zomaar het veld oplopen in het stadion van deze Regionalliga-club. Niemand die ons terugfluit. Maar ja, er ís ook niemand.
"Gaat het wel door, Tertius?", vraag ik benauwd, bang voor een nieuwe sof in onze odysseus naar de 1. FC Kleve.
"Vast wel... we zijn ook wel wat vroeg..."
We besluiten daarom eerst maar het kerkhof een bezoekje te brengen. Over fraai onderhouden paden langs veelvuldig en onnoemelijk leed bereiken wij een ruim opgezette ereplaats voor soldaten die gesneuveld zijn in de Eerste Wereldoorlog. Er liggen en staan verse boeketten en kransen, troostbloemen voor de gesneefde arme drommels van de Grote Oorlog. Blijkbaar was een recent nog een herinneringsbijeenkomst. Wij verzinken beiden in stilte. We lezen de namen van Duitse soldaten, en Nederlandse. Een anonieme Sowjet rust hier ook. Droeve roem die na bijna honderd jaar nog altijd respect afdwingt.
******
In de verte horen wij het doffe bôôkkkk... geluid van bal die door voetbalschoen getroffen wordt - leer op leer. Op zoek naar dat geluid dus.
Opnieuw omcirkelen wij in ruime baan het halve stadion, om dan via een nagenoeg verlaten doorgang bij een piepklein loketje te geraken. Daar blijkt dat wij bij een bejaard stel een kaartje voor 3 euro moeten kopen. Aansluitend sprint de vermoedelijke dochter van de oudjes, die bij de kassa met hen stond te kletsen, voor ons uit om heel officieel ons kaartje te scheuren voordat we een bijveld van het stadion mogen betreden. Ze is charmant en zal straks even bevallig de koffie schenken in de kleine kantine naast het bijveld.
"Spelen ze op het bíjveld?", vraag ik Tertius verwonderd, terwijl ik vaststel dat dit tweede veld tientallen meters lager ligt dan het stadion. Vanaf onze stek bij de mini-kantine kijken we tien meter naar beneden, waar op kunstgras opgewarmd wordt door de beide teams van vandaag.
"Ja jôh... maar dit is dan ook het tweede team. Zeg maar de 2. FC Kleve!", lacht Tertius. "Had ik je toch van tevoren gezegd?"
Was mij compleet ontgaan. Sta ik vandaag naar een twééde te kijken..! Niks maar voor mij eigenlijk, maar ach, nu we er toch zijn... eigenlijk wel lollig, zo´n potje voetbal voor hulpbehoevenden, waarin we onszelf als veldvoetballers van vroeger volop herkennen.
Afgezien van de nummer 7 van de gasten uit Bedburg-Hau, een fijnbesnaarde spelverdeler met een fluwelen trap en akelig precieze voorzetten, is het niveau pover tot zeer pover. De koffie van die leuke dochter is een stuk beter.
"Tja..", peinst Tertius, "voor de eeuwige roem moet je niet hier zijn. Die ligt hier aan de overkant."
******
1. FC Kleve II - SGE Bedburg-Hau 05, 17 november 2013: 1-1 (0-0), Bezirksliga. Toeschouwers: 50.
******
(Foto´s: een uur voor de aftrap is er nog geen stormloop op het loket voor wedstrijdkaartjes * via een melancholiek pad verlaten wij het stadionterrein weer * op het prachtige kerkhof aan gene zijde van het stadion valt een indrukwekkend eerbetoon aan gevallen soldaten uit WO I te bewonderen: 'Ich hatte einen Kameraden' * weer terug in het rijk der levenden kijken wij vanaf grote hoogte, welhaast vanaf een wolk, neer op het roemloze gespartel van 1. FC Kleve II - foto´s van Rißmann)

zondag 10 november 2013

Handtekening van Diego

Afgelopen vrijdag hadden Phil en ik voor De Roodbroek een fantastisch interview met Haarlem-legende Gerrit Peijs (maar liefst 368 keer in Haarlem 1, alleen Beer Wentink en Piet Groeneveld gingen daar overheen). Aanvankelijk hield de voormalige roodblauwe ijzervreter de boot een beetje af toen we hem benaderden voor een vraaggesprek. Peijs vreesde dat we alleen maar jubelverhalen uit het nostalgische verleden wilden horen, en dan had hij er eigenlijk niet zo veel trek in. Toen hij echter vernam dat recent nog Misha Salden enkele flink kritische noten had gekraakt in het interview dat wij met hem hadden gedaan voor De Roodbroek, en dat wij dat bovendien heel interessant hadden gevonden, sloeg de stemming bij Gerrit Peijs acuut om: "Okee, ik doe mee!"
Aan het einde van een uitermate genoeglijke ontmoeting met onze Haarlem-held kwam onvermijdelijk even de verleiding bij mij bovendrijven om meneer Peijs nog om zijn handtekening te vragen. Je wordt immers toch weer even dat knulletje van 14 als je daar tegenover een van je grote voetbal-idolen zit. Maar net zoals tijdens eerdere interviews met grootheden als Joop Böckling en Alwin Leysner, wist ik me toch te beheersen: niet om een handtekening vragen, kom op Rißmann, dat kan écht niet meer hoor!
Des te grappiger was het dan ook toen ik mij, eenmaal thuisgekomen, plots bedacht dat Gerrit Peijs zijn mailadres voor me op een briefje had geschreven... had ik dus tóch min of meer zijn handtekening gekregen - zonder erom te hebben hoeven vragen!
Diezelfde nacht hield het thema handtekeningen vragen me kennelijk nog altijd bezig want ik droomde dat ik mij met een blocnote in de hand bij de spelersbus van Bayern München posteerde, vastbesloten om de kittige linksback Diego Contento een krabbel te ontfutselen.
Nu heb ik niets, maar dan ook he-le-maal niets met Bayern - wél met die guitige eeuwige reserve-verdediger.
(Onbegrijpelijk lijkt het, dat de zwaar getalenteerde Contento maar op de bank blijft plakken bij Bayern. Maar allez, Diego is natuurlijk wel geboren en getogen in München - dat bindt hem, de club en de fans in de stad enorm).
Ik weet niet wat ik precies aan en door elkaar hebt geknoopt in deze droom, maar aardig is het wel om te merken dat je toch altijd een beetje dat kind van vroeger blijft.
Ik beloof dan ook plechtig, dat ik voor Diego Contento die ene keer mijn volwassen principes zal laten varen als de spelersbus van Bayern bij mij in de straat stopt: "Herr Contento, können Sie mir ein Autogramm geben?"
******
(Foto van Gerrit Peijs door Rißmann)

Valeriy Sitalo, onze man of the match

Zoals gebruikelijk zijn Adje ik ruim van tevoren present in het stadion. Vandaag een uur voor aftrap. We krijgen daardoor royaal de gelegenheid om ons te vergapen aan de welhaast zinderende warming-up van de doelmannen uit Karagandy, onder leiding van de ons onbekende, maar in ieder geval uitermate gedreven keeperstrainer Valeriy Sitalo. Ze zijn al eventjes bezig als wij ons rond achten als toeschouwers melden en houden pas op het allerlaatste moment met hun oefeningen op. Er is dan minstens een uur keihard voorbereidend gewerkt door oom Valeriy en zijn neefjes.
Ademloos zien wij tussen acht en negen hoe Valeriy Sitalo de beide doelwachters uit Kazachstan als een bezetene met strakke pegels bestookt, verdekt op ze schiet na een trits kolderieke schijnbewegingen, jongleurtrucjes vloeiend met ze doorneemt (voor het beeld hierbij: denk aan een zeehond die een balletje met zijn snuit hooghoudt, en dat dan met drie balletjes, in een moordend tempo), en telkens wisselt van het ene doel naar het andere. Tussendoor knuffelt en schouderklopt Sitalo er lustig op los met zijn keepersduo. De beide heertjes sluitposten van dienst komen werkelijk niets te kort.
Allemachtig, wat een kerel, die Sitalo. Hij straalt brandende gretigheid uit, heeft imposante looks en wij begrijpen niet waarom hij niet gewoon zelf in het hok gaat staan, straks tegen AZ.
Nog voor de bal gaat rollen, weten wij al dat Valeriy Sitalo onze man of the match is. En inderdaad houdt zijn afgetrainde beschermeling Stas Pokatilov het doel van Shakter lange tijd schoon met soepele en katachtige saves. Pas na een krap uur capituleert hij, voor een stevige dwarrelbal van Celso Ortiz. Wellicht had hij zelfs 90 minuten lang de nul kunnen houden als zijn ploeg voor de wedstrijd haar goede gebruik van schaapje slachten op de middenstip had mogen doorvoeren. De UEFA liet deze creatieve wijze van het aanroepen der Goden echter niet toe.
Maar nóg zekerder van een zwaarbevochten 0-0 was Shakter ongetwijfeld geweest als de oude Sitalo zelve ten strijde was getrokken tegen AZ. De mysterieuze keeperstrainer, die in zijn actieve carrière nooit verder kwam dan een handvol wedstrijden in vage Oostblok-competities, had daarmee als 43-jarige wellicht van mysterieuze naar magische proporties kunnen groeien voor het oog van voetbalminnend Europa.
Dat gebeurt vandaag helaas niet, en het zal wel nooit meer gebeuren ook voor de oude Sitalo. Adje en ik koesteren onze fraaie keepersontdekking echter niet minder bewonderend voort, in alle stilte van de anonimiteit rondom dit mysterie uit het Oostblok.
******
AZ - Shakter Karagandy, 7 november 2013: 1-0 (0-0), groepsfase Europa League. Toeschouwers: 9.778.
******
(Foto´s: Valeriy Sitalo, zó druk aan het werk met zijn twee pupillen, dat hij nauwelijks goed te fotograferen valt - foto´s van Rißmann)

woensdag 6 november 2013

Met JP naar de top

Toen afgelopen voorjaar bekend werd dat FC Eindhoven in zee zou gaan met de debuterende hoofdtrainer Jean-Paul de Jong, meldde ik subiet aan mijn Eindhovense connectie Yvonne dat ze de champagne alvast koud kon zetten. Want met JP aan de macht kon FC Eindhoven de promotie eigenlijk nauwelijks ontgaan.
Nu roep ik wel eens vaker wat. Uit enthousiasme. Optimisme ook. Euforie. Dat weet Yvonne. Ze reageerde lauwtjes op mijn jubel. Het afgelopen rampseizoen van haar FC lag nog te vers in het geheugen.
Maar zie: op een derde van de competitie draait FC Eindhoven keihard mee boven in de Jupiler League. Mijn Utregse idool JP heeft de wind eronder. In de zeilen ook.
In het bekerduel tegen het dolende NEC is niet zo veel te zien van het het dwingende Sturm und Drang-voetbal dat voetbalgod JP dagelijks predikt in het Eindhovense. Wellicht zenuwen bij de jonge spelersgroep. Het is ook al zó lang geleden dat Eredivisie-voetbal vanzelfsprekend was in de blauwwitte tempel van de FC. En dan imponeert zelfs het bezoek van de hekkensluiter van de Eredivisie.
Na afloop van de wedstrijd, die nipt met 0-1 verloren gaat, kaarten Yvonne en ik met de club-archivaris na in de catacomben van het Jan Louwers Stadion. Uit mijn ooghoeken zie ik twee keer een getergde JP voorbij benen. Met gramstorige kop op de weg naar de persconferentie, en tien minuten later weer terug, nu met opgeheven doch onverminderd toornig hoofd.
JP is duidelijk niet tevreden met 0-1 tegen een Eredivisionist. JP had gewoon door willen bekeren, en hij weet dat het gekund had. JP is namelijk een winnaar. En daarom ploppen straks in mei of juni de kurken in Eindhoven.
******
FC Eindhoven - NEC, 29 oktober 2013: 0-1 (0-1), 3e ronde KNVB-beker. Toeschouwers: 1.314.
******
(Foto´s: stilleven van de administratie van FC Eindhoven * op weg naar huis haal ik de spelersbus van NEC in, de koplampen schijnen tevreden in mijn achteruitkijkspiegel - foto´s van Rißmann)