zondag 9 augustus 2015

Jong geleerd

Op mijn hotelkamer in Berlijn viel ik al zappend midden in een ARD-documentaire over geweld tegen scheidsrechters op de Duitse amateurvelden.
Ik kreeg een treurige opsomming van hevige geweldsincidenten voor mijn kiezen. Arme Duitse amateurscheidsrechters, die alleen maar lekker een wedstrijdje willen fluiten maar het zwaar moeten ontgelden als gefrustreerde of doorgesnoven voetballers zich benadeeld voelen, en er gelijk maar op los tieren en timmeren - het gaat de fluitisten daar al net zo slecht al hier in Nederland.
Toen ik zelf nog zaalvoetbalde onder KNVB-vlag, floot ik voor mijn Amsterdamse club Rap regelmatig een potje in pakweg de 127e klasse onderbond, gewoon omdat er geen scheids beschikbaar was en ik de beroerdste niet ben. Vaak ging dat wel goed, en vaak ook werd dat gewaardeerd. Maar ik heb ook vaak zat beledigingen en bedreigingen over me heen gekregen.
Zo floot ik een keer, op lief verzoek van beide heren aanvoerders, een wedstrijd tussen twee mij onbekende teams die, zo bleek achteraf, nog een appeltje met elkaar te schillen hadden naar aanleiding van een eerder treffen, op gras.
Was ik vooraf nog de aardige vent die hen uit de brand hielp - vanaf mijn eerste fluitsignaal voor de aftrap werd ik volledig en strikt persoonlijk verantwoordelijk gehouden voor alles wat zich op het veld voordeed. Het ging er van meet af aan veel te fel en driest aan toe. De spelers leken ieder gevoel van eigen verantwoordelijkheid en van waardigheid te hebben afgelegd - het was voelbaar aan mij, en alleen aan mij, om hun confrontatie in goede banen te leiden.
Na een minuut of tien, waarin ik zó veel had moeten fluiten dat mijn oren ervan tuterden, werd een speler in het strafschopgebied onderuit geschopt. Ja, geschopt - hier hoefde je echt de tv-beelden niet van terug te zien, om zeker te weten dat de bal op de stip moest. En de dader subiet twee minuten langs de kant.
Ik floot, wees naar de stip en zond de overtreder gedecideerd heen.
Direct stond er vijf, zes man heel dicht om mij heen te schreeuwen en te schelden. De ene partij was des duivels over de begane overtreding, de andere vond dat ik gek geworden was om zoiets onbenulligs een strafschop voor te geven. "Dit is héél dom wat jij nu doet, mannetje!", bulderde een speler tegen mij, met zijn gezicht vlakbij het mijne.
Ik deed een stap terug en riep, met een merkwaardig soort kalmte over mij heen, beide aanvoerders bij me. Zei dat ik de match zou staken als het niet fatsoenlijk kon, tegen elkaar en tegen mij.
Beide heren zegden toe, al sprak hun lichaamstaal ook nog iets anders uit: ze waren allebei allang niet meer zo gelukkig met mij als vlak voor de wedstrijd nog zo enorm het geval was.
Er bleek geen houden aan. Slechts enkele minuten later zette iemand een vliegende tackle in op een doorgebroken tegenstander. De waanzinnige miste, en kwam zelf dermate ongelukkig terecht dat we het door de hele hal hoorden kraken: gebroken been.
Mooi zo, dacht ik opgelucht, terwijl zijn jammerlijk gegil weerklonk, nu kan ik de wedstrijd reglementair staken.
De dramatische gebeurtenis koelde in beide kampen de wederzijdse opgefoktheid. Gelaten zag men toe hoe de gewonde met lachgas moest worden weggemaakt door ambulance-mensen, alvorens hij op een brancard kon worden gelegd en afgevoerd.
Bij het afwikkelen van de formaliteiten op het wedstrijdformulier lieten beide aanvoerders eensgezind blijken dat ze mij maar een scheidsrechter van likmevestje vonden. "Je moet het wel in de hand houden hè", zei de één streng. "Maar ja... toch bedankt dan maar", vulde de ander ironisch aan.
Na het douchen bleken beide teams in de kantine samen aan tafel en het bier te zitten - verbroederd door mijn wanprestatie.
Terug naar de documentaite op de ARD.
Het Duitse voetbal is naarstig op zoek naar middelen om het geweld en het gebrek aan wederzijds respect op de amateurvelden het hoofd te bieden.
Er kwam een speciale gedragscoach aan het woord, die tijdens trainingen meedoet met amateurs, en hen dan een spiegel voorhoudt door ze te jennen en provoceren, en ze daarna te laten inzien dat het uiteindelijk allemaal bij jezelf begint, de keuze om wel of niet door het lint te gaan op het veld. De gedragscoach merkte fijntjes op dat voetballers wel als vanzelfsprekend respect verwachten - nee, éisen van scheids en tegenstanders, maar dat ze dat andersom niet automatisch bieden. "Eerst moet altijd de ander respectvol zijn naar hen, voordat ze zelf respect kunnen hebben. En zo komen we er natuurlijk nooit."
Dat lijkt me nog een lange weg te gaan, voor deze gedragscoach, met miljoenen amateurs die wel een bezoekje van hem kunnen gebruiken.
Kansrijker lijkt het frisse idee van een voetbalvader om bij de jeugd scheidsrechters af te schaffen, de ouders in een speciaal vak op ruime afstand van het veld te houden, en het spel en de regels dus helemaal aan de kinderen zelf over te laten.
Het lijkt te werken, als je de mensen moet geloven die meewerken aan dit door de Duitse bond omarmde experiment. Zonder de razernij van voetbalouders langs de kant, en door ze zelf verantwoordelijkheid te laten dragen, zijn de jeugdige voetballertjes alleen maar lekker aan het ballen, respectvol en alles.
Er werden beelden getoond van een wedstrijdje van C-junioren, die op deze manier met elkaar voetbalden. Het zag er allemaal heel plezierig uit. En niet alleen vooraf, maar ook na afloop (uitslag: 1-1) werden de handen beleefd en vriendelijk gedrukt. Het leek wel een wonder. En daarmee sloot de documentaire af - dít is de oplossing, zo was de onuitgesproken boodschap.
Toch was er iets waardoor ik met een zeker onbehagen bleef zitten.
De symptomen bestrijden is één, maar ik hoorde in de documentaire nagenoeg niets over de oorzaken.
In de getoonde flitsen van de kinderwedstrijd was onder meer de late gelijkmaker te zien, die gemaakt werd door de bezoekertjes. Het doelpuntenmakertje snelde, achtervolgd door jubelende teamgenootjes, euforisch richting de zijkant van het veld, waar de reserves en teambegeleiders opgesteld stonden. Op hun beurt renden reserves en staf extatisch het veld in. Samen vormden ze een uitzinnige kluwen van uitgebarsten vreugde. Het leek wel of ze verlenging in de Europacupfinale uit het vuur hadden gesleept.
Net als op televisie.
Wat ik zag: een gelijkspelletje, op een doodgewone zaterdag, op een amateurveld ergens in Duitsland. Een potje kindervoetbal.
Meer niet.
(Foto: Rißmann)

1 opmerking: