zaterdag 11 oktober 2014

rondje langs de velden met Peter Wijker (deel 3 van 5)

De celebs bleven ons dit weekend maar om de oren vliegen.
In Dordrecht bleek ´s avonds gewoon keihard actrice en zangeres Cher een bekennende fan van het sympathieke FC Dordrecht.
Cher had geen enkele moeite met opgaan in de vrolijke kluwen diehard-fans, die achter het doel moedig haar team toezong, de volle 90 minuten lang, ook al was de hoop op zelfs maar een puntje tegen Vitesse al snel verkeken.
"Zijn jullie een stelletje?", informeerde een Dordtenaar belangstellend, nadat meneer Wijker en ik met hem in gesprek waren geraakt.
Deze onverwachte en ook wel wat wonderlijke vraag liet zich verklaren uit het feit dat de Dordtse tribunes regelmatig ook homo´s worden gesignaleerd. "En die schreeuwen net zo hard ´Homo!´tegen spelers van de tegenstander, hahaha!", aldus de hartelijke Dordtenaar.
En we hadden het natuurlijk kunnen weten, met Cher prominent tussen het volk in het stadion.
Mooie club, FC Dordrecht!
******
FC Dordrecht - Vitesse, 27 september 2014: 2-6 (0-2), Eredivisie. Toeschouwers: 3.862.
******
(Foto: niemand minder dan wereldster Cher stond naast Peter Wijker in de rij voor bier met een boordje worst - foto van Rißmann)

rondje langs de velden met Peter Wijker (deel 2 van 5)

Na het avontuur in Eindhoven togen meneer Wijker en ik ´s anderendaags naar Barendrecht, om aldaar dan toch maar eens het amateurvoetbal een kans te geven.
Dit bleek een vergissing.
Moeizaam geschuifel van FC Hellepie tegen VV Weetnie - dat was wel zo ongeveer het beeld dat zich in vertraging ontvouwde op het kunsgrasmatje in Barendrecht, dat werd omzoomd door overwegend stokoude toeschouwers. Petertje en ik voelden ons deze middag wel heel erg jong - dát was dan wel weer eens fijn.
We veerden even op toen vlak achter ons niemand minder dan de legendarische beukspits Geert den Ouden in het gras bleek te zitten. Maar ook Geert kon het allemaal niet aanzien, en sloeg van afschuw zijn hand voor de ogen.
Net als Geert den Ouden laten meneer Wijker en ik de Topklasse voorlopig maar even voor wat het is. En hoe hoog dat vooral bij meneer Wijker zit, bleek na afloop wel, toen hij zijn gevoel over deze wedstrijd omzette in een graffiti-boodscahp, die hij op de parkeerplaats naast het stadionnetje met zijn witte spuitbus op een muurtje kalkte.
******
BVV Barendrecht - Sparta Nijkerk, 27 september 2014: 1-1 (0-0), Topklasse (zaterdag). Toeschouwers: ca. 400.
******
(Foto´s: Geert den Ouden kan het allemaal niet meer aanzien in Barendrecht (boven) * Peter Wijker vindt de pot geen ruk aan, pikt dit niet, en maakt daar een graffiti-boodschap over op de parkeerpaats - foto´s van Rißmann)

rondje langs de velden met Peter Wijker (deel 1 van 5)

Samen met collega-voetbalslaaf Peter Wijker was ik onlangs weer eens een fijn weekendje op voetbalpad.
Dit keer bleven we in Nederland, en we begonnen ons heerlijk weekendje met de zinderende pot tussen FC Eindhoven en VVV op de vrijdagavond, die door de vol hartstocht spelende gastheren nipt werd gewonnen.
Na afloop van het spectakel op het veld werd ik door clubicoon Yvonne meegetroond naar de catacomben van het Jan Louwers Stadion, waar de sympathieke hoofdtrainer Jean-Paul de Jong een exclusieve audiëtie voor mij en meneer Wijker hield.
JP is al vele jaren een grote held van mij, die een hoop zeldzame deugden in één persoon combineert: als sportman altijd voorop gaan in de strijd, met toewijding, passie, loyaliteit en strijdlust - maar daarnaast ook als mens toegankelijk, geen poespas, en in voor een geintje. Zo lopen er niet veel rond.
JP en ik haalden gouden herinneringen op aan zijn glorie-tijd bij FC Utrecht, inclusief vertoning (op de laptop van JP zelve) van de diverse guitige optredens in tv-spotjes waarin JP destijds links en rechts opdook.
Compaan Wijker, doordeweeks bevlogen trainer van een roedel F´jes bij het Groningse v.v. Helpman, kon tussendoor zijn visie kwijt op tactiek en wedstrijdmentaliteit van FC Eindhoven - JP hoorde het allemaal geduldig aan, wat meneer Wijker allemaal aan tactische praatjes raaskalde: van W-systeem tot Kerstboomformule, en van knijpende backs tot bijtende spitsen. Er werden weliswaar geen aantekeningen gemaakt, maar JP hing in opperste concentratie aan zijn lippen.
Hoogtepunt van deze zonnige ontmoeting was echter het moment waarop ik fijntjes opmerkte dat JP en zijn ploeg de punten vandaag in Eindhoven hadden weten te houden, simpelweg omdat FC Eindhoven vandaag baas in eigen huis was.
"Hé... schrijf die maar op!", instrueerde JP gedecideerd zijn achter hem gezeten assitent.
Als Eindhoven straks in mei via de na-competitie promoveert, en het Eindhovens Dagblad kopt dan trots ´FC Eindhoven baas in eigen huis!´, dan weet u waar JP het vandaan heeft.
******
FC Eindhoven - VVV Venlo, 26 september 2014: 1-0 (1-0), Jupiler League. Toeschouwers: 2.774
******
(Foto: de kroonprins van het Nederlandse trainersgilde (rechts) en zijn trouwste aanhanger (links) - foto van Peter Wijker)

maandag 24 maart 2014

Daryll-Ann & ik * ik & Daryll-Ann (deel 2)

In januari 2000 stond ik er goed voor - als muzikant maakte ik stappen, maar ook persoonlijk zat ik alleszins redelijk in mijn vel. Om met dat laatste te beginnen: ik was erg opgelucht dat we met z´n allen de millenium-bug overleefd hadden. Hoewel ik inmiddels gestart was met een intensieve angst- en paniekbehandeling in Deventer, was ik toch verschrikkelijk bang geweest voor het alom voorspelde armageddon dat op hol geslagen computers wereldwijd zouden ontketenen bij de overgang van de 20e naar de 21 eeuw. Op oudejaarsavond, nog net in 1999, had ik in de hoedanigheid van mijn alter ego Wendy van Diepen een vrolijke bingo-avond gepresenteerd in het pittoreske Zutphen. Althans, het was een uitgelaten boel voor de gasten, die tussen het ratelen van het bingoballetjesrad door ongeremd dronken werden, de polonaise afwisselden met de Roda-rups, en enkele verhitte heren zelfs niet schuwden om hun decente presentatrice Wendy van Diepen ongegeneerd in haar billen of nepborsten te knijpen.
Dat leidde allemaal wel een beetje van de ondergang van de wereld af, die avond, en met bovendien het nodige pillenwerk had ik de allerscherpste randjes van mijn Einde Der Tijden-verlamming wel af kunnen veilen. Maar het bleef, desondanks, al die lange uren voor mij in die Zutphense bingo-hut toch een beklemmende variant van die Titanic-film waarin Kate Winslet en Leonardo DiCaprio in opperste romantiek de tijd van hun leven hebben, maar wij als kijkers lang en breed aan zien komen dat het straks voor hen keihard pompen en verzuipen wordt.
Ook het probleemloos verstrijken van middernacht stelde Wendy van Diepen niet gerust - pas nadat ook alle andere stukjes van de wereld, die ons uur na uur volgden in de eeuwwisseling, zonder brokken in 2000 waren beland, viel er een loden last van de ranke meisjesschouders van Wendy. Ik viel in een peilloos diepe slaap waar ik pas ver in de loop van 2 januari uit ontwaakte.
Gesterkt door het overleven van de millenium-bug, en met mijn debuut als muzikant in Paradiso in het vooruitzicht, stortte ik mij in de eerste weken van 2000 op mijn drumwerk voor Tunnelfist, de compromisloos harde shockrockformatie waarmee ik inmiddels enkele jaren aan de weg timmerde. Goed, het ging ´slechts´ om een optreden in de bovenzaal van de Mokumse poptempel, maar toch: een gig in Paradiso, dat kun je lekker bijschrijven op je palmares.
Naarmate de dag van ons Paradiso-optreden naderbij geraakte, sloop in mij weer het vergif van de angst en de paniek. Ik had de pillen alweer klaarliggen. Ondertussen prevelde ik als een op hol geslagen paardenfluisteraar 24 uur per dag het mantra ´ik kan het, ik ben een goeie drummer´ voor mij uit.
Er zou die nog een band vóór ons optreden in de bovenzaal, zo had de programmeur ons laten weten. We hadden dus, zo grapten we voor onszelf, zelfs een voorprogramma tijdens ons debuut in Paradiso!
Dat voorprogramma bleek, toen we die avond met onze backline en andere reut arriveerden, Daryll-Ann te zijn. Ze hadden al afgetikt toen wij aankwamen, en ik herkende ze direct. Er ging toch wel even een steek door mijn hart. Daryll-Ann... dat telefoontje van zes jaar terug, Britste tour, Pinkpop... maar ach, dacht ik daarna grimmig, nu heb ik ze met Tunnelfist toch maar mooi ingehaald! Allebei in Paradiso, maar zij als het voorafje, en wij als de hoofdact. Ha!
Na deze even onredelijke als verkwikkende gedachte nam de spanning weer bezit van mij en begon het lange bibberen totdat ik op kon gaan bouwen, dan wachten, en daarna eindelijk mij ei leggen.
Zoals dat meestal ging, viel binnen enkele minuten na het aftikken alle stress van mij af, stopten mijn handen met trillen, en ranselde ik de pannen van het dak. Onze show, die we live lieten opnemen, liep als een trein en onze massaal uitgerukte aanhang brulde luidkeels mee met onze strak voorbijstampende songs. Ik voelde me gelukkig en machtig achter mijn ketels.
Nadat alle kruitdampen waren opgetrokken, en de hele backline alweer ingepakt klaarstond, zwierf ik, licht in mijn hoofd, nog wat door het gebouw. Beneden, bij de ingang naar de grote zaal, liep ik eerst de zanger van Daryll-Ann, Jelle, tegen het lijf. Hij stond stil tegen de wand, keek niet op of om, was diep in zichzelf verzonken en duidelijk vervuld van Weltschmerz van de allerergste soort. Een paar meter verder trof ik onze bassist Louis, in een verdrietig gesprek gewikkeld met een jongedame die hem recent heel ruw het hart had gebroken. Beide heren hadden het niet makkelijk, constateerde ik meelevend, en zweefde daarna op mijn pillenroes terug, naar de bovenzaal.
Enkele maanden verscheen DA Live, het zeer succesvolle live-album van Daryll-Ann, opgenomen op de avond waarop zij ons voorprogramma hadden verzorgd in Paradiso.
******
(Afbeelding Wendy van Diepen: detail uit schilderij van Floor Bos - foto van Rißmann)

maandag 17 maart 2014

Daryll-Ann & ik * ik & Daryll-Ann (deel 1)

Twintig jaar geleden kruiste Daryll-Ann voor het eerst mijn pad. Ik kreeg op een grauwe maandagmiddag een telefoontje van een jonge gast, die zich voorstelde als de manager van de band. Van Daryll-Ann had ik wel al wat gehoord bij de VPRO, en over ze gelezen in OOR. Het leek me nogal een intellectuele club die moeilijke Beatles-muziek maakte waar je je leesbril bij moest opzetten, onderwijl bedachtzaam lurkend aan een pijp. Ik vond Daryll-Ann dan ook helemaal niks.
“Ik heb begrepen dat jij wel een aardige drummer bent, en nu zitten wij zonder drummer. Met een tour naar Engeland voor de boeg. En nu dacht ik...”
Slik.
Ik was inmiddels een jaar of zes met bandjes in de weer. Eerst als bassist van Reeds! (atonale toestanden ergen
s tussen Velvet Underground en Sex Pistols in), en daarna als drummer van Magicians, waarmee ik op dat moment driftig probeerde aansluiting te vinden bij wat wel bekend stond als de Amsterdamse Gitaarscene, ook wel luisterend naar de naam Amsterdamse Gitaarpolitie, met bands als Claw Boys Claw, Tröckener Kecks, Jack of Hearts, en loslopende helden als ex-Fatal Flowers-boegbeeld Richard Janssen. Zo hingen we bijna dagelijks rond in café De Koe, waar al die mannen met cowboyboots, blousjes met rousjes en verwilderd haar samenklitten, omringd door gewillige meisjes en omstuwd door aankomende rockmuzikantjes zoals wij. En natuurlijk liepen we ook alle andere juiste spots af waar de sterren straalden, zoals OCCII, de Sleep In, en natuurlijk de Melkweg en het heilige Paradiso. We hoopten vurig dat het hielp, wat glitters afvangen van de glans van onze Mokumse rockhelden.
Maar goed, Daryl-Ann aan de lijn dus. Het drong in a split second tot me door dat ik moest zijn opgevallen met al mijn Sturm und Drang achter de ketels van Magicians. Anders had die knaap van Daryll-Ann me nu niet gebeld natuurlijk. En ja, goed, ik was inmiddels wel een gevraagd drummer geworden, ondanks mijn oorspronkelijke reputatie van een plompe houthakker die eenvoudig en bikkelhard de maat sloeg. Ik werd daar wel eens wat meewarig op aangesproken: “Dat stelt dus écht niks voor hè, zoals jij speelt”. Ik werd daar altijd weer onzeker van, als gitaargod zus of zo me dat met een flauwe glimlach op de lippen toefluisterde.
Maar juist dat domweg de maat slaan, of, positief gelabeld, akelig strak spel op de mat leggen, bleek na verloop van tijd juist mijn entreekaartje voor een stek in de betere bands. Door het volledige gebrek aan toeters en bellen in mijn spel bood ik maximale ruimte aan zang en melodie. En daarbij konden het hele spul ook nog eens comfortabel leunen op mijn mathematisch rechte klappen. Zo werd mijn tekortkoming mijn wapen.
Maar jeetje... een tournee naar Engeland... o hellepie... dat durfde ik allemaal niet! Niet alleen werd ik al jaren geplaagd door een verlammende reisfobie van-heb-ik-jou-daar (Dennis Bergkamp was er niks bij met zijn vliegangst) - ook deed ik het dun in de broek bij het idee dat ik straks door die pure profs van Daryll-Ann alsnog keihard zou worden ontmaskerd als knoeipot zesde klas.
Kortom: wég zelfvertrouwen, bij de gedachte alleen al dat ik dit rock-avontuur aan zou kunnen gaan - iets waarvan ik als jongetje juist altijd had gedroomd.
"Sorry vriend", hoorde ik mezelf droogjes brommen, "maar ik laat mijn eigen band niet in de steek. Ik doe het niet."
"Jeetje. Jammer man."
Enkele maanden later stond Daryll-Ann, aansluitend op haar succesvolle Britse tour, op Pinkpop.
(Wordt vervolgd)

zaterdag 30 november 2013

Eeuwige roem ligt aan de overkant

Na anderhalf jaar en drie mislukte pogingen om samen de 1. FC Kleve te bezoeken - afgelasting, familie-besognes en ziekjes gooiden afwisselend roet in het eten - is het Tertius en mij nu dan toch eindelijk gelukt.
Strak een uur voor de wedstrijd zet Ute mij af op de nagenoeg lege parkeerplaats aan de Stadionstraße. Niets wijst in dit verstilde stukje goudkust van Kleve op een forse toestroom van voetbalfans. Utes Seat rolt de Stadionstraße uit, ik trek mijn capuchon over de kop en begin mijn weg te zoeken naar de lichtmasten van de Volkspark Arena, die hoog boven de huizen van dit wijkje uittorenen.
De huizen van dit heuvelachtige terrein staan zo ongeveer tegen het stadion aangebouwd. Zo kom ik telkens vlak aan de heilige grond voorbij, maar overal stuit ik op gesloten hekken en poorten. Pas na een lange tocht, waarbij ik heuvel op en af ga, bereik ik een parkeerterrein aan de geheel andere kant van het stadion. Daar is volstrekt niets loos, althans wanneer ik naar rechts kijk, waar het stadion ligt. Aan mijn linkerzijde is wat meer leven in de brouwerij - zij het met name bóven de grond, want hier ligt een kerkhof waarvoor een drietal auto`s geparkeerd staat, wat erop wijst dat binnen een handjevol mensen mijmert of treurt om verloren geliefden.
Dan zie ik Tertius in soepele stijl aan komen benen. Kloeke pas bergop.
De begroeting is hartelijk. We hebben elkaar lang niet gezien, en zijn beide blij dat het er eindelijk weer eens van komt.
Vol verwachting snellen wij naar de kassa, waarin al evenmin leven huist als in de honderden graven aan de overzijde.
Dan maar steels het stadion in sluipen, besluiten wij, als wij zien dat een toegangshek een metertje open staat. We kunnen tot onze stomme verbazing zomaar het veld oplopen in het stadion van deze Regionalliga-club. Niemand die ons terugfluit. Maar ja, er ís ook niemand.
"Gaat het wel door, Tertius?", vraag ik benauwd, bang voor een nieuwe sof in onze odysseus naar de 1. FC Kleve.
"Vast wel... we zijn ook wel wat vroeg..."
We besluiten daarom eerst maar het kerkhof een bezoekje te brengen. Over fraai onderhouden paden langs veelvuldig en onnoemelijk leed bereiken wij een ruim opgezette ereplaats voor soldaten die gesneuveld zijn in de Eerste Wereldoorlog. Er liggen en staan verse boeketten en kransen, troostbloemen voor de gesneefde arme drommels van de Grote Oorlog. Blijkbaar was een recent nog een herinneringsbijeenkomst. Wij verzinken beiden in stilte. We lezen de namen van Duitse soldaten, en Nederlandse. Een anonieme Sowjet rust hier ook. Droeve roem die na bijna honderd jaar nog altijd respect afdwingt.
******
In de verte horen wij het doffe bôôkkkk... geluid van bal die door voetbalschoen getroffen wordt - leer op leer. Op zoek naar dat geluid dus.
Opnieuw omcirkelen wij in ruime baan het halve stadion, om dan via een nagenoeg verlaten doorgang bij een piepklein loketje te geraken. Daar blijkt dat wij bij een bejaard stel een kaartje voor 3 euro moeten kopen. Aansluitend sprint de vermoedelijke dochter van de oudjes, die bij de kassa met hen stond te kletsen, voor ons uit om heel officieel ons kaartje te scheuren voordat we een bijveld van het stadion mogen betreden. Ze is charmant en zal straks even bevallig de koffie schenken in de kleine kantine naast het bijveld.
"Spelen ze op het bíjveld?", vraag ik Tertius verwonderd, terwijl ik vaststel dat dit tweede veld tientallen meters lager ligt dan het stadion. Vanaf onze stek bij de mini-kantine kijken we tien meter naar beneden, waar op kunstgras opgewarmd wordt door de beide teams van vandaag.
"Ja jôh... maar dit is dan ook het tweede team. Zeg maar de 2. FC Kleve!", lacht Tertius. "Had ik je toch van tevoren gezegd?"
Was mij compleet ontgaan. Sta ik vandaag naar een twééde te kijken..! Niks maar voor mij eigenlijk, maar ach, nu we er toch zijn... eigenlijk wel lollig, zo´n potje voetbal voor hulpbehoevenden, waarin we onszelf als veldvoetballers van vroeger volop herkennen.
Afgezien van de nummer 7 van de gasten uit Bedburg-Hau, een fijnbesnaarde spelverdeler met een fluwelen trap en akelig precieze voorzetten, is het niveau pover tot zeer pover. De koffie van die leuke dochter is een stuk beter.
"Tja..", peinst Tertius, "voor de eeuwige roem moet je niet hier zijn. Die ligt hier aan de overkant."
******
1. FC Kleve II - SGE Bedburg-Hau 05, 17 november 2013: 1-1 (0-0), Bezirksliga. Toeschouwers: 50.
******
(Foto´s: een uur voor de aftrap is er nog geen stormloop op het loket voor wedstrijdkaartjes * via een melancholiek pad verlaten wij het stadionterrein weer * op het prachtige kerkhof aan gene zijde van het stadion valt een indrukwekkend eerbetoon aan gevallen soldaten uit WO I te bewonderen: 'Ich hatte einen Kameraden' * weer terug in het rijk der levenden kijken wij vanaf grote hoogte, welhaast vanaf een wolk, neer op het roemloze gespartel van 1. FC Kleve II - foto´s van Rißmann)

zondag 10 november 2013

Handtekening van Diego

Afgelopen vrijdag hadden Phil en ik voor De Roodbroek een fantastisch interview met Haarlem-legende Gerrit Peijs (maar liefst 368 keer in Haarlem 1, alleen Beer Wentink en Piet Groeneveld gingen daar overheen). Aanvankelijk hield de voormalige roodblauwe ijzervreter de boot een beetje af toen we hem benaderden voor een vraaggesprek. Peijs vreesde dat we alleen maar jubelverhalen uit het nostalgische verleden wilden horen, en dan had hij er eigenlijk niet zo veel trek in. Toen hij echter vernam dat recent nog Misha Salden enkele flink kritische noten had gekraakt in het interview dat wij met hem hadden gedaan voor De Roodbroek, en dat wij dat bovendien heel interessant hadden gevonden, sloeg de stemming bij Gerrit Peijs acuut om: "Okee, ik doe mee!"
Aan het einde van een uitermate genoeglijke ontmoeting met onze Haarlem-held kwam onvermijdelijk even de verleiding bij mij bovendrijven om meneer Peijs nog om zijn handtekening te vragen. Je wordt immers toch weer even dat knulletje van 14 als je daar tegenover een van je grote voetbal-idolen zit. Maar net zoals tijdens eerdere interviews met grootheden als Joop Böckling en Alwin Leysner, wist ik me toch te beheersen: niet om een handtekening vragen, kom op Rißmann, dat kan écht niet meer hoor!
Des te grappiger was het dan ook toen ik mij, eenmaal thuisgekomen, plots bedacht dat Gerrit Peijs zijn mailadres voor me op een briefje had geschreven... had ik dus tóch min of meer zijn handtekening gekregen - zonder erom te hebben hoeven vragen!
Diezelfde nacht hield het thema handtekeningen vragen me kennelijk nog altijd bezig want ik droomde dat ik mij met een blocnote in de hand bij de spelersbus van Bayern München posteerde, vastbesloten om de kittige linksback Diego Contento een krabbel te ontfutselen.
Nu heb ik niets, maar dan ook he-le-maal niets met Bayern - wél met die guitige eeuwige reserve-verdediger.
(Onbegrijpelijk lijkt het, dat de zwaar getalenteerde Contento maar op de bank blijft plakken bij Bayern. Maar allez, Diego is natuurlijk wel geboren en getogen in München - dat bindt hem, de club en de fans in de stad enorm).
Ik weet niet wat ik precies aan en door elkaar hebt geknoopt in deze droom, maar aardig is het wel om te merken dat je toch altijd een beetje dat kind van vroeger blijft.
Ik beloof dan ook plechtig, dat ik voor Diego Contento die ene keer mijn volwassen principes zal laten varen als de spelersbus van Bayern bij mij in de straat stopt: "Herr Contento, können Sie mir ein Autogramm geben?"
******
(Foto van Gerrit Peijs door Rißmann)